Waarom dit dossier?
Binnen de niveau2-doelgroep is vaak sprake van vervroegde schooluitval. Een veelgehoorde reden is dat studenten het lastig vinden om al op jonge leeftijd een opleiding te kiezen voor een specifiek beroep of dat ze meer tijd nodig hebben om zich te oriënteren.
Een sectordoorsnijdend kwalificatiedossier biedt meer ruimte voor oriëntatie, zodat studenten die dat willen deze keuze pas op een later moment hoeven te maken en tegelijkertijd worden opgeleid voor herkenbaar vakmanschap en een arbeidsmarktrelevant diploma.
Als er zo'n dossier komt, versterkt dat de positie van de student op het gebied van zelfredzaamheid, doorstroom naar een volgend mbo-niveau en uitstroom naar de arbeidsmarkt. Daarnaast zorgt een dossier met gemeenschappelijke werkprocessen ervoor dat studenten meer wendbaar zijn op de arbeidsmarkt.
Het dossier zet in op duurzame inzetbaarheid, waarbij werknemers beschikken over een bredere set aan vaardigheden en leerervaringen dan 'alleen' de uitstroomrichting van hun opleiding. Dit geeft ze de mogelijkheid makkelijker over te stappen in een steeds sneller veranderende arbeidsmarkt.

Gemeenschappelijke basis
Het dossier zal bestaan uit een gemeenschappelijke basis van werkprocessen en specifieke uitstroomkwalificaties. Voor scholen is het zo gemakkelijker om studenten zich breder te laten oriënteren.
Het voordeel voor studenten is dat ze pas later een uitstroomrichting hoeven te kiezen en gemakkelijk kunnen overstappen, zonder opnieuw te hoeven beginnen. Studenten die al weten wat ze willen, kunnen vanaf het begin in hun eigen sector de gehele opleiding volgen.
Een randvoorwaarde voor onderwijs, bedrijfsleven en OCW is dat studenten altijd worden opgeleid voor herkenbaar vakmanschap en een arbeidsmarktrelevant diploma.
Studenten worden altijd opgeleid voor herkenbaar vakmanschap en een arbeidsmarktrelevant diploma.
Meer weten?
De volgende vragen en antwoorden vertellen u meer over het sectordoorsnijdende kwalificatiedossier Dienstverlenende beroepen niveau 2.
-
Bij de ontwikkeling gelden de volgende uitgangspunten:
- De partners zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor beter toegeruste mensen op de toekomstige arbeidsmarkt
- De student wordt altijd opgeleid voor herkenbaar vakmanschap en een arbeidsmarktrelevant diploma
- Een opleiding is herkenbaar, vindt plaats in de beroepscontext en laat studenten uitstromen met een arbeidsmarktrelevant diploma
- Het gaat alleen om de niveau2-kwalificaties voor dienstverlenende beroepen
- Er vindt geen veralgemenisering, verlengd vmbo, oriënterend basisdeel of verbreding plaats
- Studenten die weten wat ze willen en twijfelende studenten hebben belang bij maatwerk en een beroepsopleiding die ze opleidt tot arbeidsmarktrelevante vakmensen
-
In de huidige onderzoeksfase zijn de volgende kwalificaties en sectoren betrokken:
- Gastheer/-vrouw (Voedsel, groen en gastvrijheid)
- Medewerker facilitaire dienstverlening (Voedsel, groen en gastvrijheid)
- Logistiek medewerker (Mobiliteit, transport, logistiek en maritiem)
- Assistant business services (Zakelijke dienstverlening en veiligheid)
- Helpende zorg en welzijn (Zorg, welzijn en sport)
- Medewerker sport en recreatie (Zorg, welzijn en sport)
- Retailmedewerker (Handel)
- Medewerker ict-support (Ict en creatieve industrie)
-
Het dossier biedt ruimte voor:
- Studenten die weten welke opleiding ze willen volgen en daaraan gedurende hun mbo2-periode ook vasthouden
- Studenten die minder zeker zijn over hun keuze en na enkele maanden toch voor een andere opleiding kiezen binnen hetzelfde kwalificatiedossier
-
Studenten die minder zeker zijn over hun keuze lopen geen of amper studievertraging op, omdat ze afgeronde werkprocessen van de ene kwalificatie kunnen meenemen naar de andere kwalificatie. Zij kunnen dus:
- Later een uitstroomrichting kiezen
- Gemakkelijker overstappen, zonder opnieuw te hoeven beginnen
- Een bredere set aan vaardigheden en leerervaringen opbouwen, die in meerdere contexten bruikbaar is
-
Onderzoeksgroepen hebben diverse mogelijkheden besproken. In maart 2021 is een uitvoeringstoets uitgevoerd door een externe partij, om te onderzoeken wat de ontwikkeling van het nieuwe dossier betekent voor de organisatie SBB. Deze uitvoeringstoets is gepresenteerd aan het bestuur van SBB.
Na akkoord van het bestuur is het voorstel ingediend bij de minister van OCW. Op 11 juli 2021 heeft de minister de opdracht aan SBB verstrekt voor de ontwikkeling van het sectordoorsnijdende kwalificatiedossier Dienstverlenende beroepen niveau 2.
-
Vanuit de sectorkamers zijn experts gemandateerd om deel te nemen aan een werkgroep. Deze inhoudsdeskundigen werken in eerste instantie aan de houtskoolschets die in juni aan het bestuur wordt voorgelegd.
Uit elke sectorkamer is een gemandateerd lid onderwijs en bedrijfsleven door SBB gevraagd om de sectorkamer te vertegenwoordigen in de adviescommissie. Deze adviescommissie heeft de volgende taken:
- Reflectie op de inhoud van concepten
- Deelnemers van de werkgroepen benoemen
- Reflecteren op het concept van de houtskoolschets
- Communiceren over de status van het project en het adviestraject ondersteunen
-
De sectorkamers en de leden van de adviescommissie ontvangen een houtskoolschets en drie onderzoeksrapporten ter advisering van het bestuur.
Eind mei, begin juni vindt de oplevering plaats van de definitieve houtskoolschets. Deze versie heeft als doel om betrokkenen te laten zien dat het kwalificatiedossier gezamenlijke werkprocessen omvat die in de verschillende contexten kunnen worden uitgevoerd. Met de houtskoolschets hebben zij input om te adviseren over het wel of niet verder ontwikkelen van het sectordoorsnijdende kwalificatiedossier.
Bovendien liet SBB onderzoeksrapporten opstellen over:
- Relevante actuele en toekomstgerichte beroepen- en arbeidsmarktinformatie, conform de eerder vastgestelde set van kwalificaties
- De kenmerken van de doelgroep van niveau2-studenten
- De onderlinge verwantschap en verschillen tussen de betreffende kwalificaties en beroepen
-
In juni 2022 neemt het bestuur van SBB een definitief besluit over het vervolg van dit project. Om over goede en voldoende informatie te beschikken is het belangrijk dat alle betrokken sectorkamers hun bijdrage leveren aan de adviescommissie en de ontwikkeling van de houtskoolschets, zodat besluitvorming plaatsvindt met een robuuste en volledige onderbouwing.
De planning ziet er in grote lijnen als volgt uit:
- Rapporten – maart concept, mei definitief
- Werkgroepen – februari basis, maart profiel
- Sectorkamers – 10-22 maart, 7-16 juni
- Bestuur – 22 juni dagelijks bestuur, 30 juni algemeen bestuur