We volgen een dag uit het werkzame leven van een student en de praktijkopleider voor het beroep opticien.
Ik ben Sem en ik ben leerling-opticien. Ik leer alles over het oog. Hoe het oog in elkaar zit, ik ga uiteindelijk ook leren meten hoe ik een bril moet uitzoeken met de klant en hoe ik een klant kan adviseren.
Ik heb hier het bonnetje van de voormeting.
-Mooi. Dan gaan we meten. Komt u verder.
Als opticien ben je bezig met de oogzorg van de klant. We gaan eerst een voormeting doen, we gaan de oogdruk controleren. Daarna gaan we kijken met de gewone oogmeting waar alle sterktes van het oog op uitkomen, want meten is weten. Daarna gaan we een montuur uitzoeken.
Meneer heeft nog voorkeur voor groen, dus we gaan nu eerst plus een kwart extra geven, dus dan draaien we die een kwart naar beneden.
In het begin wist ik natuurlijk nog niet heel veel over de opleiding of over het werk opticien. En langzamerhand leer je steeds meer en dat is eigenlijk ook leuker, want ik wil steeds meer leren, zodat ik meer kan doen.
Ze heeft een heel goede kijk op montuur uitzoeken bij de klanten. Vaak is het gelijk of de eerste of de tweede die ze pakt en dan is het: Pats, gelijk raak.
Ik vind het moeilijk als ik een bril moet repareren van een klant en als er risico is dat hij breekt.
Bij m'n eigen vader vroeger, heel lang geleden... Het eerste wat ik kapot maakte, kostte gelijk 300 euro. Nek er maar een, maak hem maar stuk, breek hem maar. Dat klinkt heel gek, maar dat is de enige manier om het te doen. Om de ervaring te krijgen en je over je angst heen te zetten. Er zal ongetwijfeld een keer wat kapotgaan. Ze doet het leuk, ze pakt het leuk op. Ze is enthousiast. Ik kan alleen maar zeggen: Hou dat vast, ga daar lekker mee door en dan komt het vanzelf.
Ik ben wel trots als klanten tevreden de deur uitgaan. En als ze vervolgens bijvoorbeeld een paar weken later terugkomen voor weer een bril, omdat ze vinden dat ze goed geholpen zijn.
Dit is hem geworden. Zet hem maar eens op.
-Even testen. Ik kan die letters daar ook weer lezen, die ik net niet kon lezen.
Hoe zit hij?
-Hij zit goed. Prima.
Nou, heel mooi.
Nou, meneer, u ziet er weer scherp uit. Ziet u ook scherp?
-Hartstikke. Dank je wel.