Een leerbedrijf dat in het afgelopen studiejaar (niet) een of meer stageplaatsen of leerbanen invulde.
Leerweg in het mbo waarbij het praktijkdeel minimaal 60% groot is en de student over het algemeen vier dagen werkt met een arbeidsovereenkomst en één dag naar school gaat. Een leerplaats voor de bbl wordt leerbaan genoemd.
Indeling van bedrijven van het CBS op basis van economische activiteiten.
Indeling van functies of beroepsopleidingen naar verwantschap.
Afgesloten praktijkovereenkomst voor de bpv, waarin de afspraken tussen student, school en erkend leerbedrijf vastgelegd zijn.
Leerweg in het mbo waarbij het praktijkdeel tussen 20% en 60% is waarbij meestal geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Een leerplaats voor de bol wordt stage genoemd.
Een vestiging van een bedrijf of organisatie die op grond van een gunstige beoordeling door SBB bevoegd is om beroepspraktijkvorming te verzorgen voor beroepsonderwijs zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Ingeschreven studenten die geen onderwijs volgen, maar wel examen afleggen.
Personen van 15 tot 75 jaar die als werkzoekend bij UWV staan geregistreerd met een WW-uitkering, Bijstandsuitkering, Wajong-uitkering, WGA-uitkering, WAO-uitkering en dienstverlening van UWV of gemeenten ontvangen, of een actief cv op werk.nl hebben.
Kans op stage en Kans op leerbaan zijn de graadmeters die een uitspraak doen over de verwachte kansen van mbo-studenten op het vinden van een stage of leerbaan. De graadmeters geven de verhouding weer tussen het aantal stagezoekende studenten en het aanbod van stages en leerbanen bij bedrijven. De kansen van studenten op het vinden van een stage of leerbaan worden weergegeven op het niveau van opleidingen en arbeidsmarktregio's. De kansen worden uitgedrukt op een vijfpuntschaal (gering, matig, voldoende, ruim voldoende en goed) en worden één keer per jaar vastgesteld.
De indicator Kans op werk geeft de verwachte kans aan dat een recent gediplomeerde schoolverlater binnen een jaar na afstuderen een baan vindt op het niveau en in het verlengde van de gevolgde mbo-opleiding. De Kans op werk is van toepassing op aankomende studenten die het komende studiejaar aan een opleiding beginnen en afronden na normale studieduur. Dus voor een tweejarige opleiding over twee jaar en voor een driejarige opleiding over drie jaar, etc. Kansen worden uitgedrukt op een vijfpuntschaal (gering, matig, voldoende, ruim voldoende en goed) en worden één keer per jaar vastgesteld.
Het type opleiding dat een student volgt. Het mbo kent drie leerwegen. De beroepsopleidende leerweg (bol), beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en overig onderwijs (ovo), ook wel de derde leerweg genoemd.
Aantal vacatures dat in een bepaalde periode is ontstaan.
Overig onderwijs (Ovo) wordt ook wel de derde leerweg genoemd. Dit is een leerweg waar geen urennorm voor geldt. Het zwaartepunt van het toezicht van de inspectie ligt op de examinering, zodat de kwaliteit van het diploma is geborgd. Deze leerweg wordt alleen in het niet-bekostigd onderwijs aangeboden.
Nederland is onderverdeeld in arbeidsmarktregio’s. Een arbeidsmarktregio is een afgebakend gebied (Wet SUWI) waar binnen dienstverlening wordt verleend door UWV en gemeenten aan werkzoekenden en werkgevers. Per 1 januari 2013 zijn er 35 arbeidsmarktregio’s.
Studenten hebben niet altijd een stage of een leerbaan in dezelfde arbeidsmarktregio als waar zij wonen. We laten zien waar de student woont en in welke arbeidsmarktregio de student een stage of leerbaan heeft.
In acht sectorkamers maken onderwijs en bedrijfsleven sectorspecifieke afspraken. Dit zijn afspraken over de uitvoering van de wettelijke taken van SBB. De kwalificatiedossiers (uitgezonderd de dossiers van Entreeopleidingen) zijn op inhoud ingedeeld in de sectorkamers. Voor de indelingen van opleidingen in beroepsgroepen en sectorkamers, zie www.s-bb.nl/samenwerking/sectorkamers-en-marktsegmenten.
Uitgangspunt is de arbeidsmarktregio waar de student woont. Het gaat om studenten jonger dan 27 jaar die zijn gestart met een stage (bol) of leerbaan (bbl).
Er is sprake van een startkwalificatie wanneer iemand minimaal een havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo-niveau 2) heeft afgerond.
Aantal nieuw gehonoreerde WW-uitkeringen. Zie WW-uitkering.
De Werkloosheidswet (WW) geeft een uitkering aan werknemers die buiten hun schuld hun baan zijn kwijtgeraakt. De aantallen zijn exclusief werkloosheid als gevolg van faillissementen, werktijdverkorting en weersomstandigheden (bijvoorbeeld het zogenoemde vorstverlet). Het aantal uitkeringen WW heeft dus alleen betrekking op ontslagwerkloosheid en is exclusief de bijstandsuitkeringen voor werkloosheid.