Elk jaar komen 10.000 leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs op de arbeidsmarkt. Deze jongeren zijn niet in staat om een startkwalificatie te halen op mbo-niveau. Maar samen met erkende leerbedrijven kunnen scholen deze leerlingen wel opleiden voor werkprocessen uit de kwalificatiestructuur van het mbo.
Met de Borisaanpak draagt SBB eraan bij, dat ook jongeren met een beperking kansen en mogelijkheden krijgen om zich in te zetten op de arbeidsmarkt. De aanpak is gebaseerd op de systematiek uit het middelbaar beroepsonderwijs van leren in de praktijk, een systeem dat al bijna een eeuw in de onderwijswetgeving is verankerd.
Bij speciaal voor deze doelgroep erkende Borisleerbedrijven loopt de leerling gedurende langere tijd stage. Het bedrijf kneedt hem op de werkvloer, en leidt hem zo toe naar werk naar vermogen. Denk aan assisterende, ondersteunende en producerende werkzaamheden. Daarmee hebben deze kwetsbare jongeren perspectief.
Elke leerling heeft zijn eigen talenten en vaardigheden waarmee een bedrijf ook echt geholpen is. Met een Praktijkverklaring – die door veel brancheorganisaties wordt gedragen – kan de leerling aan anderen laten zien wat zijn mogelijkheden zijn en kan hij dus beter deelnemen aan de maatschappij.
De aanpak voor jongeren met een beperking is bedoeld voor leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Maar ook voor mensen in de Wajong, met een WSW-indicatie (Wet sociale werkvoorziening), een WIW-baan (Wet inschakeling werkzoekenden) of een ID-baan (Besluit in- en doorstroombanen).
De belangrijkste doelstellingen zijn:
Belangrijke kenmerken van de aanpak zijn: