We zijn hier in Uithoorn, op een flat.
We zijn hier rollen dakbedekking aan het
uitrollen, en daarna aan het branden op de
ondergrond.
En afwerkstrookjes aanbrengen.
Nou, het zal een maand of acht, negen
wezen dat hij meeloopt.
Ik vind dat Roy het goed doet, ja.
Ja.
Hij is leergierig
en houdt niet van stilzitten, dus.
Er zit altijd gang in.
Prettig. Prettig om mee te werken.
Eerst ga je hem hier pakken, zo.
Dan laat je hem rustig zakken,
en dan ga je hiervandaan,
om de afvoer heen.
Belangrijk in dit werk is voorbereiding,
productkennis en veiligheid.
Nee, ik heb geen last van hoogtevrees
en er staat overal randbeveiliging.
Daar zijn ze wel streng op.
Rustig laten zakken.
Een geintje op z'n tijd is altijd leuk.
Dat maakt het ook prettig op het dak.
Dan ben je aan het branden, en dan
stopt het. Dan moet je kijken en denk je:
O, heeft die rat m'n gasfles
weer dichtgedraaid.
-Ja, dat zijn leuke dingen.
Ik heb honger, zullen we schaften?
Het is soms hard werken,
maar ja. Het verdient ook goed, vind ik.
En de ene keer heb je licht werk,
de andere keer zwaarder werk.
Tja. Dat hou je toch overal wel, denk ik,
in de bouw.
Nou, hoekie eraf, hè.
Ik zeg altijd maar van:
We maken van een drol een taart.
Het ziet er niet uit, de dakbedekking,
en dan kijk je wat later terug en dan denk je:
'Ja, we hebben er wat moois van gemaakt.'
Dat vind ik het mooie aan dit vak.
Ja, mooi werk.
Je zit altijd hoog, veel uitzicht.
Altijd op een andere plek weer,
en altijd buiten, dat vind ik lekker.
Ik heb het elke dag weer naar m'n zin.
-Hij kan niet anders zeggen.