Begeleid stagiair

Stagiairs zijn beginnende vakmensen die rekenen op jouw deskundige begeleiding. Zoek je ondersteuning bij het instructies geven, begeleiden of beoordelen van de stagiair? Of wil je weten hoe je een (sociaal) veilige werkomgeving creëert? Bekijk de taken.

Zorg voor veilige leeromgeving

Veilig leren gaat voor alles. Een stagiair heeft een goede werkplek nodig waar die veilig werkt met gereedschappen en apparatuur. Een stagiair presteert beter in een omgeving waarin die zich beschermd voelt tegen ongepast gedrag zoals pesten, intimidatie en discriminatie.   

Om te leren is een klimaat nodig waar de stagiair zich op z'n gemak voelt, waar die kan oefenen en waar die fouten mag maken. Waar geen domme vragen bestaan en waar de stagiair altijd bij iemand terecht kan. Dat is nog niet zo makkelijk.

Bekijk de stappen hoe je een fysiek en sociaal veilige leeromgeving creëert voor je stagiair. 

  1. 1

    Een veilige leeromgeving creëren begint met het inventariseren van risico’s. Een leerbedrijf inventariseert welke risico’s er zijn rond de veiligheid van werknemers, inclusief studenten in stage of leerbaan. Het gaat om risico’s rondom:

    • fysieke veiligheid
    • sociale veiligheid
    • veilig leerklimaat.

    Deze drie aspecten werken we in de volgende stappen uit.

    De risico’s legt het leerbedrijf vast in een risico-inventarisatie en & -evaluatie. Daarnaast stelt het leerbedrijf een plan van aanpak op met risico-beperkende maatregelen en voert dit plan ook uit. Meer informatie vind je op rie.nl

    Hou er bij het inventariseren van de risico’s rekening mee dat jongeren zich vaak minder bewust zijn van risico’s dan volwassenen, ook in hun stage of leerbaan. Dit vraagt extra aandacht van de praktijkopleider.

  2. 2

    Iedere werkomgeving kent fysieke veiligheidsrisico’s. Denk aan de inrichting van de werkomgeving, het werken met machines en lichamelijke belasting. Neem maatregelen om deze risico’s te beperken en je stagiair gezond en veilig te laten werken in je bedrijf. Denk hierbij aan de volgende punten:

    • zorg dat je stagiair over een goede werkplek beschikt.
    • geef je stagiair voorlichting en instructie over gezond en veilig werken.
    • bied je stagiair de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
    • geef je stagiair instructie over hoe om te gaan met incidenten of onveilige situaties.
    • stimuleer je stagiair onveilige situaties of incidenten te melden.
  3. 3

    Een stagiair presteert beter in een omgeving waarin deze zich beschermd voelt tegen ongepast gedrag zoals pesten, intimidatie en discriminatie. Je kunt de volgende maatregelen nemen:

    • vertel je stagiair waar deze terecht kan bij problemen rondom pesten, intimidatie en discriminatie (bijvoorbeeld leidinggevende, vertrouwenspersoon of klachtenprocedure).
    • bespreek met je stagiair hoe jullie met elkaar en met klanten omgaan en welk gedrag daarbij hoort.
    • spreek af hoe jullie de gedragsregels en omgangsvormen nakomen.
    • geef zelf het goede voorbeeld qua gedrag.
    • treed op wanneer er sprake is van ongewenst gedrag.
  4. 4

    Om te leren is een klimaat nodig waar je je op je gemak voelt, waar je kan oefenen en waar je fouten mag maken. Waar geen domme vragen bestaan en waar je altijd bij iemand terecht kan. Dat is nog niet zo makkelijk. Denk aan de volgende punten als je een omgeving wilt creëren waarbinnen het prettig is om van elkaar te leren:

    • leren is meer dan een opleiding volgen.
    • heb lol in je werk en in het leren.
    • ruimte krijgen om fouten te maken is ruimte krijgen om te leren.
    • deel kennis met elkaar.
    • bespreek met je stagiair hoe die zich persoonlijk wil ontwikkelen.
    • laat je stagiair experimenteren met nieuw gedrag zodat deze ‘durf’ ontwikkelt.
    • vier successen.
    • geef feedback en sta open voor feedback.
  5. 5
    • Ben consequent in je werkwijze, zodat je stagiair altijd weet wat er verwacht wordt.
    • Is je stagiair onderdeel van een team, geef dan als team altijd het goede voorbeeld.
  6. 6

    Zorg dat er continu aandacht is voor veiligheid. Hierdoor zijn je stagiair, teamleden en jijzelf je steeds weer van bewust van veilig werken. Je kunt dat op de volgende manieren regelen:

    • bespreek veiligheid met je stagiair.
    • laat veiligheid als vast agendapunt terugkomen tijdens teamoverleggen.
    • organiseer veiligheidsinspecties en workshops.
    • controleer/keur regelmatig gereedschappen en werkplekken op veiligheid.
  7. 7

    Bespreek met je stagiair hoe die de veiligheid van de leer- en werkomgeving ervaart. Neem indien nodig extra veiligheidsmaatregelen op basis van de feedback van je stagiair.

  8. 8

    Voer verbeteringen in de veiligheid van de leeromgeving door op basis van gesprekken met je stagiair en medewerkers, evaluaties, controles en keuringen. Vervang gereedschappen en apparaten als er veiligere opvolgers op de markt komen.

Geef stagiair instructies

Bespreek met je stagiair wat die wil leren. Stem je stijl van instructie geven af op de leerstijl van je stagiair. Geef vervolgens instructie en check of je stagiair de volgende keer de taak zelf kan uitvoeren.

  1. 1

    Stel samen met je stagiair vast wat die al aan kennis en vaardigheden heeft en wat die wil leren.

  2. 2

    Leg materialen en gereedschappen klaar voor de instructie.

  3. 3

    De leerstijl zegt iets over hoe je stagiair bij voorkeur aan een leerproces begint. Om je stagiair  goed te begeleiden, is het belangrijk dat je inzicht hebt in de favoriete leerstijl van je stagiair én van jouzelf. Om hier achter te komen, kunnen jullie de Kolb-test uitvoeren.

    Er bestaan grofweg vier manieren van leren:

    1. door concrete ervaringen – voelen;
    2. door reflectief te observeren – kijken;
    3. door middel van abstracte concepten/theorieën – denken;
    4. door actief te experimenteren – doen.

    Als je weet wat de favoriete leerstijl is van je stagiair, kun je daarop aansluiten door je uitleg aan te passen aan de behoefte van je stagiair .

  4. 4

    Instructies geven aan je stagiair doe je in deze volgorde:

    • Leg uit wat voor taak je gaat uitvoeren
    • Doe de taak eerst op bedrijfssnelheid voor
    • Doe de taak vervolgens langzaam voor
    • Leg bij elke stap uit waarom je deze uitvoert
    • Doe de taak langzaam samen
    • Controleer of je stagiair jouw instructies begrijpt
    • Laat je stagiair de taak zelf doen
    • Controleer of je stagiair  de taak kan uitvoeren.
  5. 5

    Controleer of je stagiair de volgende keer de taak zelfstandig kan uitvoeren, bijvoorbeeld na een paar dagen of een week. Indien dat nog niet het geval is, geef je nogmaals instructies.

Begeleid en stuur stagiair vakinhoudelijk bij

Leer je stagiair het vak. Betrek eventueel daarbij werkbegeleiders/collega’s die over de juiste competenties beschikken. Stem je begeleiding af op de ontwikkeling van je stagiair.

  1. 1

    Onder jouw regie als praktijkopleider kun je een deel van het vakinhoudelijk begeleiden van je stagiair laten uitvoeren door werkbegeleiders/collega’s uit het leerbedrijf die over de juiste competenties beschikken. De volgorde van begeleiding:

    • Laat je stagiair meelopen
    • Laat je stagiair oefenen
    • Laat je stagiair  zelfstandig werkzaamheden uitvoeren.
  2. 2

    De leerstijl zegt iets over hoe je stagiair bij voorkeur aan een leerproces begint. Om je stagiair goed te begeleiden, is het belangrijk dat je inzicht hebt in de favoriete leerstijl van je stagiair én van jezelf. Om hier achter te komen, kunnen jullie de Kolb-test uitvoeren.

    Er bestaan grofweg vier manieren van leren:

    1. door concrete ervaringen – voelen;
    2. door reflectief te observeren – kijken;
    3. door middel van abstracte concepten/theorieën – denken;
    4. door actief te experimenteren – doen.

    Als je weet wat de favoriete leerstijl is van je stagiair, kun je daarop aansluiten door je uitleg aan te passen aan de behoefte van je stagiair .

  3. 3

    Kom je tijd tekort voor het begeleiden van je stagiair? Bespreek dan met je leidinggevende en collega’s hoe je je stagiair toch optimale tijd en aandacht geeft. Misschien kunnen collega’s werkzaamheden van je overnemen of kun je begeleidingstaken aan hen uitbesteden. Creëer een team rondom je stagiair .

  4. 4

    Laat je stagiair kennis maken met innovaties en nieuwe technieken. Je stagiair gaat er waarschijnlijk in toekomstige banen mee werken.

    Als je nu nog niet weet of een techniek bruikbaar is en of medewerkers en klanten ermee kunnen werken, kun je je stagiair de innovatie laten uitproberen.

  5. 5

    Wil je je stagiair eerst laten oefenen voordat die in de praktijk aan de slag gaat? Je kunt hiervoor diverse oefenmiddelen inzetten. Denk aan oefenmateriaal, simulaties of een skillslab (een speciale oefenruimte in je organisatie).

  6. 6

    Beoordeel regelmatig hoe je stagiair zich vakinhoudelijk ontwikkelt en stem je begeleiding daarop af.

Evalueer voortgang en geef feedback

Bespreek met je stagiair de voortgang. Stel hierover open vragen. Leg eventuele afspraken uit het voortgangsgesprek vast. Je kunt de volgende onderwerpen bespreken:

  1. 1

    Hoe gaat het met je stagiair, hoe bevalt het je stagiair in je organisatie? Zijn er aspecten die (een negatieve) invloed hebben op de stage? Kijk hoe je je stagiair hierbij kan ondersteunen. 

  2. 2

    Hoe gaat het met de voortgang van de bpv-opdrachten van je stagiair?

  3. 3
    • Hoe verloopt het leerproces?
    • Wat zorgt voor belemmeringen en wat voor voortgang?
    • Zijn er situaties die een volgende keer een andere aanpak vragen?
  4. 4

    Hoe vind je stagiair dat jouw begeleiding gaat?

  5. 5

    Hoe gaat je stagiair om met de taken en verantwoordelijkheden als medewerker?

  6. 6

    Hoe verloopt het contact van je stagiair met klanten, collega’s, stagedocenten en andere studenten?

  7. 7

    Zijn er nog andere zaken die besproken moeten worden?

Vul tussentijdse beoordeling in en stem af

Jij en je stagiair vullen allebei de tussentijdse beoordeling in. Bespreek daarna met je stagiair de verschillen tussen de ingevulde beoordelingen. Stem vervolgens de beoordeling af met de begeleider van school.

  1. 1

    Stel vóór dat je met de beoordeling begint, heldere criteria en normen vast waarop je de kerntaken en werkprocessen van je stagiair gaat beoordelen. Deze criteria kunnen per opleiding verschillen en kun je opvragen bij de begeleider van school.

  2. 2

    Je stagiair vult als eerste de tussentijdse beoordeling in.

  3. 3

    Nadat je stagiair de beoordeling heeft ingevuld, vul jij hem in.

  4. 4

    Zijn er verschillen tussen wat jij en je stagiair hebben ingevuld in de tussentijdse beoordeling? Praat samen over deze verschillen.

  5. 5

    Bespreek met je stagiair of het nodig is op basis van de tussentijdse beoordeling de planning en leerdoelen aan te passen. Zo ja, laat je stagiair dat in het leerplan verwerken. Pas eventueel ook je begeleiding aan als daar aanleiding voor is.

  6. 6

    Sla de tussentijdse beoordeling op in de bpv-map en stuur deze naar de begeleider van school.

  7. 7

    Stem de tussentijdse beoordeling af met de begeleider van school.

     

     

Veelgestelde vragen

Hebt u een vraag? Wij zetten de veelgestelde vragen voor u op een rijtje. Staat uw vraag er niet tussen? Bel of mail uw adviseur praktijkleren of neem contact op met de Servicedesk van SBB. Wij helpen u graag!

Niet gevonden wat je zocht?

Je begeleidt mbo-stagiairs. SBB helpt jou graag om dat zo goed mogelijk te doen. We bieden vele tips, hulpmiddelen en trainingen.

Heb je desondanks niet de informatie gevonden waar je naar op zoek bent? Of mis je een onderwerp? Neem contact met ons op.